Terug naar Korte berichten 10 December 2021

Vernietiging aanslag wegens schending verdedigingsrechten

Geschreven door: Vanessa Huygen

Vernietiging aanslag wegens schending verdedigingsrechten

Wat is het verdedigingsbeginsel?

Wanneer EU-recht aan de orde is, geldt het EU of Unierechtelijk verdedigingsbeginsel. Bijvoorbeeld bij BTW-aanslagen.

Dat houdt in dat vóórdat een besluit wordt genomen waar diegene slechter van wordt (een ‘bezwarend besluit’), gelegenheid moet zijn geboden om te reageren. Die gelegenheid moet inhouden een recht om te reageren maar ook een recht om daartoe inzage te hebben in het relevante dossier. Zodat ook met kennis van zaken kan worden gereageerd. 

 

Wat als het verdedigingsbeginsel is geschonden?

Als die gelegenheid niet is geboden, kan het gevolg zijn dat besluit – lees hier: die naheffingsaanslag omzetbelasting – vernietigd moet worden.

Maar alleen als een ‘andere afloop’ mogelijk was geweest.

 

'Andere afloop', wat is dat?

Alleen als door de inbreng die de betrokkene had kunnen geven de aanslag niet of anders was opgelegd, is voldaan aan het ‘andere afloop-criterium’ en wordt de aanslag vernietigd.

 

Oordeel Hoge Raad

In deze casus stelt de Hoge Raad vast dat een andere afloop mogelijk was geweest, want:

"Belanghebbende () had kunnen aanvoeren dat de inspecteur de feiten op een andere wijze had moeten waarderen en interpreteren, zodat hij niet tot het genomen besluit had kunnen komen. Het gegeven dat de inspecteur een niet voor meerderlei uitleg vatbaar juridisch standpunt heeft, neemt immers niet weg dat de waardering en de interpretatie van de door de inspecteur gestelde feiten zich kunnen lenen voor een discussie over het antwoord op de vraag of dat standpunt moet leiden tot de door de inspecteur gestelde gevolgen."

En

"Op voorhand kon niet worden uitgesloten dat de feitelijke bevindingen van de Inspecteur over de door belanghebbende verrichte werkzaamheden en handelingen konden worden gewaardeerd en geïnterpreteerd in de zin dat zij mede financiële diensten in de zin van artikel 11, lid 1, letters i en j, van de Wet OB diensten omvatten die buiten de Unie plaatsvinden en waarvoor recht op aftrek bestaat. Daaraan moet de conclusie worden verbonden dat het besluitvormingsproces een andere afloop zou kunnen hebben gehad als belanghebbende de gelegenheid had gekregen om dit een en ander na afloop van het onderzoek aan te voeren in reactie op de conclusies die de Inspecteur op grond van zijn bevindingen van het onderzoek wilde gaan trekken."

En dus aanslag van tafel:

"Het voorgaande brengt mee dat de naheffingsaanslag moet worden vernietigd."

 

Zie:

 

Originele bericht op LinkedIn.