Fiscale delicten en strafbare feiten

In fiscale strafzaken zien we vaak dat niet alleen fiscale delicten, zoals het doen van een onjuiste belastingaangifte, wordt vervolgd maar dat ook wordt verwezen naar de strafbare feiten: valsheid in geschrifte overtreding van de Wwft en witwassen. Daarnaast is een opkomst waar te nemen van verdenkingen van corruptie (vaak ook met een fiscaal tintje).

Valsheid in geschrifte

Veelal wordt naast het op de tenlastelegging genoemde fiscale delict ook valsheid in geschrifte (artikel 225 Wetboek van Strafrecht) opgenomen. Het vervalsen of vals opmaken van geschriften is strafbaar (lid 1), maar ook het gebruik van geschriften waarvan wordt vermoed dat deze vals zijn opgemaakt (lid 2). Voor allebei de situaties is het belangrijk dat moet worden bewezen dat het document in strijd met de werkelijkheid is opgemaakt. Die bewijslast rust op het Openbaar Ministerie. Voor het bewijs van die strijdigheid is alleen de onjuistheid niet genoeg. Ook zal moeten worden bewezen dat sprake was van opzet.

Als een ondernemer bijvoorbeeld een factuur heeft ontvangen die in strijd met de werkelijkheid is opgemaakt (bijvoorbeeld voor de privéverbouwing en de kosten zijn op de onderneming gezet), dan kan de verdenking zijn het doen van onjuiste aangifte vennootschapsbelasting, omzetbelasting en valsheid in geschrift. In dit geval zou het namelijk kunnen gaan om een valse factuur waarbij fiscale fraude is gepleegd.  Mocht vervolgens het bewijs voor het fiscale delict onvoldoende zijn, dan bestaat op deze manier de mogelijkheid om te veroordelen voor de valse factuur.

Belangrijk hierbij is dat zowel natuurlijke personen als rechtspersonen vervolgd kunnen worden wegens valsheid in geschrifte.

Witwassen

Witwassen is het verhullen van de illegale herkomst van een goed. Het delict witwassen vindt in de meeste gevallen dus in combinatie met een ander delict, het zogenoemde gronddelict. Daarbij is het van belang dat ook belastingfraude ten grondslag kan liggen aan het delict witwassen. In de praktijk is niet altijd even duidelijk uit welke niet legale herkomst het geld of goed afkomstig is. In een dergelijk geval spreken wij van het feit dat het gronddelict niet is geïdentificeerd. Als die situatie zich voordoet, is het, kort samengevat, van belang dat verdachte zo snel mogelijk een concreet, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk verklaring aflegt over de herkomst van het voorwerp. Daarbij moet gewaakt worden voor het feit dat het Openbaar Ministerie niet de zaken omdraait en de bewijslast bij verdachte legt.

Corruptie

Corruptie is het misbruik van macht, vertrouwen of functie voor persoonlijk gewin, vaak ten koste van anderen of het algemene belang. Het kan verschillende vormen aannemen, zoals het betalen van steekpenningen of gunsten in ruil voor een positieve beslissing of behandeling, het gebruik van de positie (bijvoorbeeld directeur of ambtenaar) om onrechtmatig voordeel te behalen, het verduisteren van openbare middelen of het manipuleren van processen om persoonlijke doelen te bereiken.

Corruptie kennen we ook wel onder de naam ‘omkoping’. Omkoping komt zowel voor in een niet-ambtelijke als een ambtelijke variant. Corruptie ofwel omkoping heeft vaak ernstige gevolgen voor de economie, de rechtsstraat en het vertrouwen van burgers in de overheid. Het is daarom een groot maatschappelijk probleem dat vaak wettelijk wordt aangepakt en bestreden.

De corruptiebepalingen zijn echter ruim geformuleerd en daardoor een groot grijs gebied. Daar komt nog bij dat alle elementen van de strafbepalingen moeten worden bewezen. Dat betekent dat bewezen moet worden dat iemand in zijn functie (ambtenaar of niet ambtenaar) in strijd met zijn plicht iets heeft gedaan of nagelaten of dat dat zal gaan doen en daarvoor in de plaats een gift, belofte of dienst heeft gekregen. Bovendien moet de gift, belofte of dienst ook nog worden verzwegen voor de werkgever. Wordt u verdacht van (ambtelijke) omkoping dan is het zaak om kritisch te zijn op de onderbouwingen die worden geuit voor deze verdenking(en). Transacties zijn vaak niet eenduidig uit te leggen of er bestaat geen causaal verband tussen de gift, belofte of dienst en de gedraging (het doen of nalaten). Daarbij zijn de feiten vaak ook voor meerdere uitleg vatbaar. (Ambtelijk) Omkoping is derhalve een lastig te duiden en te bewijzen delict. Temeer nu sprake is van twee daders, de omkoper en de omgekochte. Beide daders willen dat de omkoping verhuld wordt en blijft.

Omkoping kan dus strafrechtelijk worden vervolgd. Daarnaast kan het zijn dat u wordt geconfronteerd met fiscale belastingaanslagen. De ‘winst’ die u heeft behaald als omgekochte zal door de Belastingdienst in de heffing worden betrokken. Bent u de partij geweest die wordt verdacht van omkoping, bijvoorbeeld door het betalen van steekpenningen, dan is van belang dat dergelijke kosten niet aftrekbaar zijn van de winst. Van andere betalingen kan de inspecteur van de Belastingdienst het standpunt innemen dat deze geen zakelijke grondslag hebben en als zodanig niet voor aftrek in aanmerking komen. In dat geval zal de inspecteur de aangegeven winst willen corrigeren en daarvoor een (navorderings)aanslag vaststellen. Uiteraard kunt u tegen deze fiscale belastingaanslagen bezwaar maken.

WWFT

De WWFT staat voor Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme en heeft tot doel om het gebruik van het financiële systeem voor criminele activiteiten te voorkomen. De WWFT is van toepassing op verschillende soorten instellingen en personen die in Nederland actief zijn, waaronder:

  • Financiële instellingen zoals banken, verzekeraars en beleggingsondernemingen.
     
  • Bepaalde niet-financiële instellingen zoals trustkantoren, advocaten, accountants, notarissen en makelaars.
     
  • Beroepsbeoefenaren zoals belastingadviseurs en administratiekantoren.
     
  • Handelaren in goederen met een hoge waarde, zoals juweliers, autohandelaren en kunsthandelaren.

Verplichtingen WWFT

De WWFT legt verschillende verplichtingen op aan instellingen en personen die onder de wet vallen. Hieronder volgen enkele belangrijke verplichtingen:

  • Cliëntenonderzoek: Instellingen en personen moeten de identiteit van hun cliënten vaststellen en verifiëren voordat zij een zakelijke relatie aangaan of een transactie uitvoeren. Hierbij moet ook de uiteindelijke belanghebbende worden vastgesteld.
     
  • Onderzoek naar de herkomst van vermogen: Indien de cliënt een ongebruikelijk transactiepatroon vertoont, moet er onderzoek worden gedaan naar de herkomst van het vermogen van de cliënt.
     
  • Meldingsplicht: Instellingen en personen zijn verplicht om ongebruikelijke transacties te melden bij de Financial Intelligence Unit Nederland (FIU-Nederland). Dit geldt ook als er sprake is van een poging tot witwassen of financiering van terrorisme.
     
  • Dossierplicht: Instellingen en personen moeten een dossier aanleggen van hun cliënten en de uitgevoerde transacties. Dit dossier moet ten minste vijf jaar bewaard worden.
     
  • Toezicht en interne procedures: Instellingen en personen moeten beschikken over interne procedures en maatregelen om te voldoen aan de WWFT en hierop toezicht houden.

Uitkomst van deze verplichtingen kan zijn dat de instellingen en personen ongebruikelijke transacties moeten melden bij de Financial Intelligence Unit Nederland (FIU-Nederland). Dit alles met als doel om te voorkomen dat het financiële systeem wordt misbruikt voor criminele activiteiten, zoals witwassen van geld of financiering van terrorisme.

Ongebruikelijke transactie

Een van de bekendste overtredingen van de WWFT is het niet melden van een ongebruikelijke transactie. Een ongebruikelijke transactie is een financiële transactie die afwijkt van het normale transactiepatroon van een cliënt of van vergelijkbare transacties in een bepaalde sector. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer:

  • De omvang van de transactie ongebruikelijk is in verhouding tot het vermogen van de cliënt.
     
  • Er sprake is van transacties die niet passen bij het bedrijf of de activiteiten van de cliënt.
     
  • De transactie wordt uitgevoerd door een derde partij die niet bekend is bij de instelling of persoon die de transactie uitvoert.
     
  • De cliënt weigert om de vereiste informatie te verstrekken voor het cliëntenonderzoek.

Wanneer een instelling of persoon een ongebruikelijke transactie constateert, moeten zij dit melden bij FIU-Nederland. FIU-Nederland kan vervolgens een onderzoek instellen en indien nodig de informatie doorgeven aan de politie of justitie. Het melden van ongebruikelijke transacties is verplicht op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (WWFT).

Consequenties overtreden WWFT

Het niet voldoen aan de verplichtingen uit de WWFT kan leiden tot bestuurlijke boeten of strafrechtelijke vervolging leiden. Het is daarom van groot belang dat instellingen en personen die onder de WWFT vallen, deze verplichtingen serieus nemen en zich eraan houden. Mocht u onverhoopt toch tegen een verdenking van overtreding van de WWFT aanlopen, dan is het belangrijk om u te laten bijstaan.