Voor het tijdschrift NTFR schreef Marloes Lammers een commentaar bij het rapport van de Inspectie BTD. Deze publicatie is een bewerking van dat commentaar.
Op 2 september 2025 publiceerde de Inspectie belastingen, toeslagen en Douane haar tweede rapport over de wijze waarop de Belastingdienst informatie verstrekt aan de rechter. De bevindingen zijn ernstig en wijzen op structurele tekortkomingen in de naleving van artikel 8:42 Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat bepaalt dat alle op de zaak betrekking hebbende stukken aan de rechter moeten worden overgelegd.
Structurele schending van artikel 8:42 Awb
Uit onderzoek van vijf casussen blijkt dat in vier gevallen de Belastingdienst artikel 8:42 Awb heeft geschonden. Volgens de Inspectie is daarmee sprake van structurele problemen in plaats van op zichzelf staande incidenten. Deze tekortkomingen raken direct aan de rechtsbescherming van burgers en bedrijven, die afhankelijk zijn van een volledige en eerlijke procesgang.
Proceshouding gericht op 'winnen'
De Inspectie signaleert daarnaast een hardnekkige cultuur binnen de Belastingdienst waarin het procesbelang vaak vooropstaat. Een strijdgerichte houding bemoeilijkt het erkennen en herstellen van fouten, ondermijnt de bezwaarfase en leidt tot onnodige juridische procedures. Dit staat haaks op het uitgangspunt van een transparante en rechtvaardige bestuurspraktijk.
Gebrekkige dossiervoering en informatiebeheer
Een ander belangrijk knelpunt is de dossiervoering. Interne overleggen worden onvoldoende vastgelegd, relevante stukken ontbreken of worden niet tijdig gedeeld, en de informatiehuishouding blijkt in de praktijk een belemmering voor transparantie. Hierdoor is toetsing door de rechter en controle door belanghebbenden aanzienlijk bemoeilijkt.
Gebrek aan uniforme toepassing van wetgeving
Er bestaat binnen de Belastingdienst grote variatie in de toepassing van artikel 8:42 Awb. Inspecteurs verschillen onderling in hun interpretatie van wat wel en niet verstrekt moet worden en onderbouwingen van geheimhouding blijven vaak achterwege. Van een consistente en juridisch onderbouwde benadering is geen sprake, wat leidt tot rechtsongelijkheid.
Reactie van de staatssecretaris
De staatssecretaris erkent dat verbetertrajecten zijn gestart naar aanleiding van het eerste rapport, maar nuanceert de bevindingen door te wijzen op het feit dat de onderzochte zaken ‘ouder’ zouden zijn. De Inspectie stelt echter dat haar conclusies mede zijn gebaseerd op recente interviews met medewerkers van de Belastingdienst, waaruit blijkt dat de gesignaleerde patronen nog altijd actueel zijn.
Zelfonderzoek roept vragen op
De Belastingdienst heeft aangekondigd zelf onderzoek te doen naar meer recente casussen. De vraag is echter hoe objectief zo’n intern onderzoek zal zijn. In eerdere gevallen bleek dat de Belastingdienst de beoordeling van eigen handelen nuanceerde zonder echte zelfkritiek. De Inspectie roept op tot onafhankelijk en transparant vervolgonderzoek.
Wat betekent dit voor belastingplichtigen?
De uitkomsten van het rapport onderstrepen dat belastingplichtigen niet zonder meer kunnen vertrouwen op volledige en correcte informatievoorziening door de Belastingdienst. Dit heeft directe gevolgen voor geschillen over belastingaanslagen, navorderingen en het recht op inzage in het dossier.
Voor bedrijven en particulieren is het dan ook van groot belang om bij bezwaar- of beroepsprocedures juridische ondersteuning in te schakelen die erop toeziet dat alle relevante stukken worden overgelegd en de procesrechten worden gerespecteerd.