In 2024 nam de kennisgroep van de Belastingdienst het standpunt in dat informatie die valt onder de reikwijdte van artikel 67 Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) niet mocht worden gedeeld met een behandelaar van een verzoek op grond van de Wet open overheid (Woo) (KG:206:2024:3). Dit betekende dat de Woo-behandelaar slechts geanonimiseerde stukken ontving, wat leidde tot beperkingen in de controleerbaarheid van zowel de volledigheid van de informatie als de toegepaste anonimisering.[1]
In mijn commentaar op dit standpunt (NTFR 2024/2002) heb ik destijds gewezen op het juridisch en praktisch spanningsveld dat hierdoor ontstond: “Wie kan controleren of de verstrekte informatie volledig is, en of de anonimiseringsslag terecht is toegepast, als de Woo-behandelaar zelf geen inzage heeft in de brongegevens?”
Kennelijk heeft onder andere mijn kritiek aanleiding gegeven tot heroverweging. Op 17 januari 2025 heeft de staatssecretaris van Financiën namelijk een ontheffing verleend van de geheimhoudingsplicht van art. 67 AWR. Door deze ontheffing kunnen medewerkers van de Belastingdienst voortaan volledige, niet-geanonimiseerde dossiers aan de Woo-behandelaar verstrekken. De Woo-behandelaar is vervolgens in staat om zelfstandig te beoordelen:
- Of de informatie onder de reikwijdte van de Woo valt;
- Of er gronden zijn om openbaarmaking te weigeren op basis van de uitzonderingen uit de Woo;
- Of en in hoeverre anonimisering noodzakelijk is.
De oorspronkelijke versie van het kennisgroepstandpunt is inmiddels vervangen. In de herziene versie is expliciet opgenomen dat informatie die valt onder artikel 67 AWR wél met de Woo-behandelaar gedeeld mag worden, dankzij de verleende ontheffing.
Deze wijziging versterkt de transparantie van het openbaarmakingsproces en herstelt het evenwicht tussen de geheimhoudingsplicht van de Belastingdienst en het openbaarheidsrecht onder de Woo. De Woo-behandelaar beschikt nu over dezelfde broninformatie als degene die deze moet anonimiseren of beoordelen, wat de rechtsstatelijke controle en de kwaliteit van Woo-besluiten ten goede komt.
[1] Dit artikel is een bewerking van mijn commentaar in NTFR 2025/456.